In het jaar 2007 begon ik aan de opleiding ‘Archeologisch onderzoeksassistent’, aangesloten bij Saxion Next. Onze klas hoorde bij het tweede leerjaar HBO archeologen ooit. Veel dingen moesten nog worden opgezet, waaronder modules, stages in het buitenland en doorstroomminoren. Tijdens onze eerste leerjaren kregen deze zaken steeds meer vorm en begon de archeologische wereld aan ons te wennen. De HBO archeologen kregen een plaats in de KNA en de opleiding kreeg de trotse naam HBO Archeologie.
 |
Marjolein en Coosje
in Epse (stage jaar 1) |
In mijn derde studiejaar moesten we over een afstudeerrichting en een minor nadenken. Ik wilde, nadat ik mijn HBO diploma had gehaald, graag een master doen aan een universiteit. Daarom koos ik er voor om een doorstroomminor te doen. Het doorstroomtraject met de Universiteit van Groningen was nog niet helemaal op orde, maar het hoofd van het Groninger Instituut voor Archeologie (GIA), Daan Raemaekers, ontving ons met open armen.
Samen met twee jaargenoten startten we in het jaar 2010 met drie modules in Groningen. We moesten twee verdiepende vakken kiezen uit de volgende drie opties: Archeologie van jagers-verzamelaars, Vroege boeren en Van kwelderboer tot stedeling. Daarnaast was als derde vak de module Archeozoölogie verplicht. Het GIA is, zoals je misschien al merkt, voornamelijk gespecialiseerd in de prehistorie en in de biologische kant van archeologie. Ik koos voor de vakken Vroege boeren en Van kwelderboer tot stedeling. Ik heb met deze twee vakken erg veel geleerd over de huidige kennisstand van de late prehistorie, maar ook over bronnenkritiek, het schrijven van artikelen en de theoretische kant van archeologisch onderzoek.